Mantelzorg geven kan ongemakkelijk zijn. Dat vertelden mantelzorgers aan ons. Bijvoorbeeld het helpen van een vader bij het scheren van zijn oksels en geslachtsdeel. Of het wassen van een schoonmoeder. Of besluiten moeten nemen voor de eigen ouders, die dat soms als betuttelend ervaren. Of zorgen voor een broer met psychische problemen en dan van hem verwijten krijgen als u alleen maar doet wat de dokter heeft gezegd.
Wat voelt u in zo’n situatie als mantelzorger? En waarom is dat ongemakkelijk? Voor u als degene die mantelzorg geeft en soms ook voor degene die de mantelzorg ontvangt. Vragen waar de psychologie antwoorden op heeft, die u als mantelzorger kunnen helpen.
Lees hierna verder:
Veel mensen op middelbare leeftijd krijgen ermee te maken. Maar soms al eerder. Zorgen voor een naaste. Voor ouders of schoonouders, oom of tante, broer of zus. Wat er dan kan gebeuren, zegt de psychologie, is ‘rolomkering’. Ouders bijvoorbeeld, blijven natuurlijk wel ouders, maar kunnen in een afhankelijke rol komen. De kinderen waren eerder van hen afhankelijk, maar dan worden de ouders afhankelijk van hun kinderen. De rollen keren om.
Kinderen kunnen het moeilijk vinden om hun ouders zo afhankelijk en soms ook kwetsbaar te zien. Ouders kunnen zich verzetten tegen pogingen van hun kinderen om hen te helpen. Dat kan zeker gebeuren als ouders nog niet weten of niet accepteren dat zij niet meer alles zelf kunnen. Het komt veel voor dat ouderen moeite hebben met verlies van hun onafhankelijkheid. Begrijpelijk, want het is moeilijk om steeds minder zelf te kunnen. Rolomkering kan daarom ongemakkelijk zijn.
Het gevolg is dat rollen opnieuw worden ingevuld. Bewust of onbewust. Waren het bijvoorbeeld eerst de ouders die zelf bepaalden, nu bepalen hun kinderen vóór hen. Soms wordt een rolverandering vastgelegd, als bijvoorbeeld een ouder niet meer in staat is de eigen financiën te regelen. Eén van de kinderen krijgt dan een machtiging over de financiën. Degene die eerst kind was, wordt dan eigenlijk de ouder.
Cultuur kan een rol spelen. In de Westerse cultuur wordt zorg bieden vaak als belastend gezien. Hoe veel iemand misschien ook van zijn ouders of een familielid houdt. De zorgtaken komen erbij. Dat kan stress geven. Zeker in de ‘sandwichgeneratie’, zoals dat wel wordt genoemd. Een mantelzorger zit dan, net als bij het beleg op een sandwich, ‘ertussen’. Tussen bijvoorbeeld het gezin en de ouders. Dat kan allerlei gevoelens oproepen. Het gevoel veel ballen in de lucht te moeten houden. En een schuldgevoel, omdat het niet lukt om alle taken even goed te doen.
In een cultuur waarin de groep meer centraal staat, een groepscultuur, is zorg bieden aan naasten vanzelfsprekend. Daar kan het een eer zijn om een ouder, een broer of een zus niet naar een zorginstelling te brengen, maar zelf voor hem of haar te blijven zorgen. Dus ook als er wel zorg beschikbaar is. Dit kan een zware belasting geven. Voor allochtone mantelzorgers kan mantelzorg daarom extra zwaar zijn.
Wat er dus in een situatie van mantelzorg kan gebeuren, is rolomkering. Dat kan moeilijk zijn. Verder kan cultuur een rol spelen. Er kunnen schuldgevoelens ontstaan en mantelzorgen kan extra zwaar zijn.
Inzicht hebben in wat er rond mantelzorg kan spelen, kan al fijn zijn. Maar daarmee is nog niks opgelost. De psychologie geeft ideeën die zorg aan naasten wat eenvoudiger kan maken. En die ongemakkelijke situaties makkelijker kunnen maken.
Ouder worden komt met gebreken. En iedereen kan in een afhankelijke positie terechtkomen. Dat kan misschien helpen aanvaarden dat mantelzorg nodig is. Er kan ongemak zijn, maar zo gaat het leven.
Begripvol zijn voor uzelf én voor degene aan wie u de mantelzorg geeft. Ook als u merkt dat degene voor wie u zorgt het krijgen van mantelzorg of het afhankelijk worden niet makkelijk vindt. Misschien moet u wennen aan het geven van mantelzorg. En de persoon voor wie u zorgt aan het krijgen van mantelzorg.
Misschien kunt u soms zelfs blij zijn dat u mantelzorg kunt geven. In elk geval kunt u trots zijn op uzelf. U heeft een mooie en belangrijke taak.
Wat helpt, zijn positieve herinneringen. Wat u vroeger beleefde, kunt u samen ophalen. U als mantelzorger en de persoon voor wie u zorgt. Dat geeft energie, zegt de psychologie. Bovendien gaat het vaak beter met ouderen als u herinneringen met hen ophaalt.
Een goede aanpak bij mantelzorg is: met én zonder elkaar. Voorkom dat u steeds moet zorgen, zonder een dag of een week er tussenuit. Kies als dat kan voor een combinatie van (thuis)zorg en mantelzorg. Dat geeft u als mantelzorger ‘lucht’ en voorkomt te veel afhankelijkheid.
Ja, dat is heel belangrijk! Neem daarom regelmatig even afstand en doe ook wat u zelf belangrijk of leuk vindt. En plan dat in.
Een groep mensen rondom de mantelzorger én rondom uzelf. Mensen die ook taken doen of taken van u overnemen. En vraag hen om ook op u te letten. Kortom, zorg voor extra steun. Steun kan stress verminderen, zegt de psychologie.
Dat is beter voor iedereen. Want het voorkomt, zegt de psychologie, dat iemand zich patiënt gaat voelen en weinig meer zelf doet. Niet te veel voor iemand zorgen, voorkomt dat. Dat helpt de ander dus juist.
Wees daarom geen ‘redder’, maar een ‘helper, zegt de psychologie. U kunt niet alles oplossen. Erken dat en neem daarom ook enige afstand. Dat betekent: bied iemand hulp maar neem alle problemen niet over.
Dat houdt in: ik doe iets voor u, u doet iets voor mij. Dat zorgt ervoor dat de rolomkering niet de groot wordt. Voor de ontvanger van de zorg is dit ook prettiger, omdat het behoud geeft van zelfrespect. Dit kan de mantelzorg makkelijker maken.
Dat betekent twee simpele dingen:
Tenslotte goed nieuws. Door mantelzorg kan een relatie hechter worden. Omdat u veel betekent voor iemand. Belangrijk is: elkaars zwakheden accepteren en elkaars sterke kanten waarderen. Daar groeit een relatie van. En dat levert dan weer goede herinneringen op.
Mantelzorg verlenen gaat dus over wat u ervaart en wat u doet. En over wat u soms juist niet doet, zegt de psychologie. Hopelijk helpen de 12 punten u, ook als het geven van mantelzorg misschien soms ongemakkelijk is.
U las een ‘long read’ over mantelzorg. De informatie hierin komt uit ons eigen onderzoek en uit de psychologie, onder ander de ontwikkelingspsychologie en de positieve psychologie. Wij beschikken over deze psychologische kennis omdat een VGZ-collega, Jacob van Lier, de opleiding toegepaste psychologie doet. Wij delen deze informatie graag met u.